Nova Zembla is het poëziedebuut van Fieke Gosselaar. Ze woont in de stad Groningen maar bracht haar jeugd door in Finsterwolde. In haar poëzie zitten verhalen over grote landbouwmachines en stropakken van 500 kilo, leven en liefde in de stad. Ze dicht over een busreis dwars door de Baltische Staten of over een half uur in de metrolijn van New York. Een deel van haar gedichten is misdaadpoëzie, geïnspireerd op haar werk als strafrechtjuriste. In haar visie kan alles in poëzie worden verwoord: van mensenhandel tot koperdiefstal, van grasmaaien tot twaalf kilo suiker.
Fieke Gosselaar (1982) is een nieuwe, jonge stem in de Groninger literatuur. In haar gedichten is de taal springlevend en helemaal van deze tijd.