Op een mistige ochtend ziet een man, die de dag begint met een eindje joggen, op een schroothoop een naakte jongen aan een enorm metalen kruis bungelen. Nicholas Christopher Frome, kort Nik, zeventien, intelligent, gereserveerd, en niet-gelovig, verdiept zich, onder druk gezet door zijn geschiedenisleraar, in de feiten en achtergronden van het leven van Jezus. Een jeugdgroep wil in een film gaan verbeelden hoe het Jezus nu op aarde zou vergaan en heeft daarvoor feitenmateriaal nodig. Zijn onderzoek brengt Nik in contact met een jonge feministe en overtuigd christen, Julie. Het is liefde op het eerste gezicht, van weerskanten. Maar Julie wijst Niks erotische avances af, op grond van haar geloofsovertuiging. Als zij kort daarna bij een terroristische aanslag ernstig gewond en verblind raakt, zet zij haar conversatie met Nik, over geloof en over zijn onderzoek, per cassetteband vanuit het ziekenhuis voort. De conclusies waartoe Nik aan het eind van zijn zoektocht komt zijn onvoorspelbaar en onorthodox. Hij pleegt zijn eigen aanslag en ontsnapt: herboren maar zichzelf, veranderd maar ónbekeerd.