Ilja Oblomov maakt deel uit van de instortende Russische aristocratie - een man die zo lui is dat hij zijn baan bij de overheidsdienst heeft opgegeven, zijn vrienden heeft beledigd en in de schulden is geraakt. Hij is te apathisch om ook maar iets te doen aan zijn problemen en slaagt erin werk te omzeilen en verandering uit te stellen. Uiteindelijk dreigt hij de liefde van zijn leven te verliezen. Oblomov verscheen in Rusland in 1859. In de gelijknamige hoofdfiguur, een man wiens grootste eigenschap sloomheid is, zagen de lezers het portret van de ondergang van een hele klasse.
Oblomov is het toonbeeld van veelzijdig meesterschap: alleen Gontsjarov kan beschrijven hoe het steeds moeilijker wordt een ongeopende, op de schoorsteenmantel gezette brief open te maken of hoe iemand gekweld wordt door de vraag of hij al dan niet zijn pantoffels aan zal trekken.
(Eerdere vertalingen door Else Bukowska (1938) en Wils Huisman (1958))
Oblomov is het toonbeeld van veelzijdig meesterschap: alleen Gontsjarov kan beschrijven hoe het steeds moeilijker wordt een ongeopende, op de schoorsteenmantel gezette brief open te maken of hoe iemand gekweld wordt door de vraag of hij al dan niet zijn pantoffels aan zal trekken.
(Eerdere vertalingen door Else Bukowska (1938) en Wils Huisman (1958))