Lander is een late twintiger en sinds de dood van zijn vader in denktijd. Verzonken in gedachten loopt hij van zijn bed naar café Bertrand, naar zijn grootmoeder en weer terug. Met elke kassei die hij verslindt, snuift hij de wereld in zich op. Alles om maar niet te hoeven stilstaan bij zijn verlies. En hij gaat naar Saskia, zijn therapeute. Zij moet Lander uit de beklemmende cocon van zijn eigen hoofd zien te krijgen. Maar wat Saskia daar ontdekt, laat haar niet meer los. Hoe meer ze over Landers vader te weten komt, hoe meer het duister ook haar aanlokt.