Op een veiling vindt Hugo Borst een getypt oorlogsdagboek en een doos vol indrukwekkende tekeningen en aquarellen. Ze behoren toe aan Bob Verheijden (1924-1945), student aan de Academie voor Beeldende Kunsten.
Tijdens de Razzia van Rotterdam op 10 november 1944 wordt Bob door de Duitsers meegevoerd. Gefascineerd door zijn talent probeert Borst het korte leven en tragische einde van Bob Verheijden te reconstrueren.
Met Oh vader en moeder, als u mij zoo eens zag ontsluit hij een onbekend oorlogsdagboek en schetst een aangrijpend biografisch portret tegen de achtergrond van de hongerwinter in Rotterdam.