An Janssens kreeg de meest banale naam ter wereld, alsof haar ouders haar bij voorbaat hadden opgegeven. Ze groeit op in de schaduw van haar extraverte broer Rutger. Hun vader vertrekt op een dag 'naar Engeland' en laat een verbitterde weduwe achter, wat de band tussen broer en zus alleen maar versterkt. De twee worden onafscheidelijk, al is hun verhouding duidelijk bepaald. Rutger leidt, An volgt. Op een dag stelt Rutger haar voor aan zijn vriend Hasse, die toevallig iedere dag dezelfde trein neemt. Vanaf dan is niets meer zoals het was.
Oker is een hartverwarmende roman over vriendschap, verlies en diep verlangen dat uiteindelijk alles verteert.