Vanaf 9 jaar
Zo lang Omakayas zich kan herinneren woont ze al met haar familie op het eiland dat door haar volk het Eiland van de Goudborstspecht wordt genoemd. Hoewel de chimookoman, de blanken, hun gebied steeds verder binnendringen, verandert er weinig in hun leven. Elke zomer bouwt het gezin een nieuw berkenschorshuis; elk najaar gaan ze naar het rijstkamp om te oogsten en feest te vieren. Voor de eerste sneeuw valt, verhuizen ze naar hun blokhut van cederhout, en het eind van de lange, koude winter vieren ze in het ahornsuikerkamp. Tussen de bedrijven door maakt Omakayas ruzie met haar vervelende kleine broertje Beetje, speelt ze met de schattige baby Neewo en probeert ze net zo volwassen te zijn als haar knappe oudere zusje Angeline. Dat prettige levensritme wordt echter ruw verstoord wanneer er op een winteravond een bezoeker in het dorp komt. Hij brengt een onzichtbare vijand mee, die ieders leven voorgoed verandert.
Het verhaal van Omakayas, het meisje van het Geesteneiland speelt zich af in 1847 op een eiland in Lake Superior en zit vol boeiende details van het traditionele leven van de indiaanse Ojibwa-stam. Het is een adembenemend boek, geschreven door een van de begaafdste en origineelste schrijvers van Amerika.