'Als het de mens zoveel gemakkelijker wordt gemaakt een glorieuze versie van zichtzelf te presenteren', vraagt Marja Pruis zich vandaag de dag af, 'gaat hij zelf dan ook geloven in zijn eigen onoverwinnelijkheid?' Of is het tegenovergestelde aan de hand en gaan een besef van grootsheid en verachtelijkheid gelijk op, voortkomend uit dezelfde bron van eigenliefde.
Op scherpe en humoristische wijze gaat Pruis op zoek naar een ik dat niet geliked hoeft te worden, en geeft ze antwoord op de vraag of de mens meer van zichzelf is gaan houden.