Een invoelend geschreven, meeslepend verhaal over vriendschap, liefde en de verstrekkende gevolgen van gebeurtenissen in iemands jeugd.
Femke Martens lijkt alles mee te hebben: ze is jong, mooi, heeft een fijne baan waarvoor ze door heel Europa reist, en nooit gebrek aan aandacht van mannen. Huisje, boompje, beestje is aan haar niet besteed.
Maar er is ook een keerzijde. Niemand kent de echte Femke of neemt de moeite om haar te leren kennen. Verklaart dat de sluimerende onrust waardoor ze zichzelf steeds vaker tegenkomt en ze diep vanbinnen zo ongelukkig is? Als haar huisarts aan de noodrem trekt en haar werkgever haar op non-actief stelt, komt ze terug naar Nederland, waar ze een groot deel van haar jeugd heeft doorgebracht. Het lijkt hét moment om schoon schip te maken en onder ogen te zien wat ze zo wanhopig graag wil vergeten, maar hoe? En als ze dan voor het eerst in haar leven een connectie voelt met een man, waarom is het dan iemand die ze onder andere omstandigheden geen tweede blik zou gunnen en wiens privéleven al reden genoeg is om voor op de vlucht te gaan?