In Omzwervingen beschrijft Chaim Potok op meeslepende wijze de geschiedenis van het joodse volk. Met wetenschappelijke precisie en met een poëtisch oog voor details roept hij de omstandigheden op waaronder joden leefden. Het verhaal begint vierduizend jaar geleden in het stroomgebied van Eufraat en Tigris, in het Sumerië van de Oudheid waar rond de eerste steden van de menselijke beschaving de eerste nomadenstammen zwierven, op weg naar een sedentair bestaan. Abraham is zo'n nomade. Met hem sluit JHWH, de god die niet wordt afgebeeld, een verbond. Over de wederwaardigheden van Abrahams nakomelingen gaat dit boek. Wij volgen hen in Egyptische slavernij, bij de omzwervingen door de woestijn, bij de verovering van het land Kanaän, tijdens de hoogtijdagen van het Israëlitische rijk, in Babylonische ballingschap en verder door de geschiedenis: de Griekse cultuur, het Romeinse Rijk, Palestina, de islam, het christendom en de moderne tijd. In weidse vergezichten toont Potok ons telkens weer hoe de joodse cultuur was ingebed in andere culturen en daaruit talloze elementen overnam. Daarnaast vestigt de schrijver echter ook steeds weer de aandacht op het eigen karakter van de joodse cultuur.
Omzwervingen bevat een voorwoord van Awraham Soetendorp.