Orissa, India. In een afgelegen tempel groeit Shanti op bij Umesh en Mandhar, twee priesters. Haar echte ouders kent ze niet. Ze weet alleen dat haar moeder haar vlak na de geboorte aan Umesh heeft afgestaan. De oude priester zorgt als een vader voor haar, maar met Mandhar, zijn leerling, loopt het stroever. Hij is Shanti liever kwijt dan rijk. Het meisje vindt troost bij Aravind, de jonge gids die toeristen naar de tempel brengt. Hij is haar enige vriend, haar enige contact met de buitenwereld. Aravind belooft later voor haar te zorgen. Maar Mandhar smeedt heimelijk andere plannen. Hij ziet voor Shanti een toekomst weggelegd als devadasi, een tempeldanseres die haar leven en lichaam wijdt aan God... Gerda Van Erkel is al lang geen onbekende meer. Als bekroond jeugdauteur heeft ze heel wat trouwe lezers. Met Onder de Banyanboom schreef ze een prachtig en ontroerend verhaal over opgroeien, keuzes maken en opkomen voor je eigen geluk. Eerder verscheen o.m. al Vliegen zonder vleugels en Een zomerdag in mijn hoofd.