‘Onder de gelovigen’ is een inmiddels klassiek verslag van V.S. Naipauls reizen naar Iran, Pakistan, Maleisië en Indonesië, op zoek naar de betekenis van ‘islamisering’. ‘De gelovigen’ zijn de moslims die hij tijdens zijn reizen ontmoette: jonge mannen en vrouwen die verlangen naar de zuivere kern van hun geloof, en de islam beschouwen als baken van orde in een verder chaotische wereld. Het boek biedt nog steeds unieke inzichten in de moderne islam en in het fundamentalisme dat grote delen van die landen in zijn greep heeft. Het oeuvre van V.S. Naipaul werd in 2001 met de Nobelprijs voor de Literatuur bekroond.