Dat was de opmaat voor Ai’Laenors jeugd: geboren uit een halfelf en een demon had ze geen valsere start kunnen hebben in een maatschappij waar afkomst en status alles bepalen. Net geen slaaf, maar wel een speelbal van de willekeur van de elfen uit de hogere klassen. Toch groeide ze de eerste jaren van haar jeugd op met de liefde van haar moeder. Tot dat ene incident.
Verbannen, alleen en op de vlucht moet Ai’Laenor zich een weg banen door een wereld waarin iedereen haar wil gebruiken. Keer op keer wordt haar hart gebroken. Overtuigd dat ze nooit liefde zal vinden, wordt ze voortgedreven door haar brandende verlangen haar gram te halen bij haar demonvader om wat hij haar aandeed. Haar wraak zal zoet zijn.