‘Er huist een draak in mijn hoofd.’ Davey, de jongste zoon van Merel, wordt geplaagd door onontkoombare drukte van gedachten en prikkels van buitenaf. Op 25-jarige leeftijd, in de bloei van zijn carrière als kunstenaar en vormgever, kiest hij ervoor om uit het leven te stappen. De wereld van Merel stort in. Merel komt erachter dat er veel tieners en jongeren zijn die worstelen met zichzelf en de wereld om hen heen. Ze denkt groots en zet al haar creativiteit in om iets voor hen te kunnen betekenen. Dan slaat het noodlot toe. Merel zit financieel aan de grond en ervaart dat rouw zich niet laat regisseren. Lukt het haar om uit de diepe put van verdriet te klauteren? Kan zij haar idealen waarmaken?