Newtons wetten, Einsteins relativiteitstheorie, Schrödingers kat, de Ampère of Mendelejevs periodieke systeem van elementen... Bijna iedereen kent natuurwetenschappelijke wetten, theorieën of eenheden die naar mannen zijn vernoemd. Maar naar vrouwen?
Toch waren ze er al eeuwen: vrouwen die zich verdiepten in de natuurwetenschappen. Henrietta Leavitt ontwikkelde de methode waarmee Hubble de uitdijing van het heelal kon afleiden. June Almeida maakte voor het eerst de structuur zichtbaar van een verkoudheidsvirus dat de naam corona kreeg. Alice Ball ontwikkelde op Hawaii het eerste redelijk effectieve middel tegen lepra.
Wie maar een beetje zoekt, komt er nog veel meer tegen: vrouwen die zich tegen de tijdgeest in en tegen de klippen op tot onderzoeker ontwikkelden, die ontdekkingen deden, ideeën ontwikkelden én die vaak daarna toch buiten de geschiedenisboekjes vielen.
In de rubriek Ongekend in NRC haalde Margriet van der Heijden de afgelopen jaren zulke vrouwen voor het voetlicht. Dit boek is een bundeling van deze biografische schetsen, aangevuld met niet eerder gepubliceerde portretten en een uitgebreid inleidend essay over vrouwen en natuurwetenschappen in verleden en toekomst.