Vermoeid en aangeslagen door het leven besluit koning Lear zijn rijk te verdelen onder zijn drie dochters. Zijn vaderliefde is groot, maar wordt door zijn dochters beantwoord met nietsontziende hebzucht. Lear wordt hierdoor tot waanzin gedreven. Alleen zijn jongste dochter Cordelia is zijn liefde waardig.
Moeyaert dunt het aantal personages uit en benadrukt door het toevoegen van de figuur Lot de hoofdrol die het noodlot hier speelt: alles ligt vast, de vernietigende werking van de mateloze hebzucht drijft allen de dood in. Lot en Nar geven commentaar op de dwaze daden van de mensen, en zorgen voor de komische noot die alle drama's van Shakespeare een extra reliƫf verleent. De rol van de oude Lear is in deze interpretatie minder overheersend geworden - de nieuwe generatie, de dochters en hun duivelse machinaties, treden meer op de voorgrond. Shakespeares bijfiguur Kent krijgt een hoofdrol. Hij wordt de personificatie van datgene wat het menselijk drama draagbaar maakt: trouwe vriendschap.