Als Jeanneke Janssens zich klaarmaakt voor haar ochtendwandeling doet ze een vreselijke ontdekking. Onderaan de trap ligt het halfnaakte lijk van Martine van Hees, haar huurster. Tijdens de lijkschouwing blijkt dat de jonge vrouw verkracht werd en dat ze zwanger was. Er wordt een profielschets gemaakt van de dader en de vrees groeit dat er een serieverkrachter aan het werk is. Een monster, dat het op gemakkelijke slachtoffers heeft gemund: alleenstaande zwangere vrouwen.
Ondanks haar emotionele betrokkenheid, aanvaardt rechercheur Nadia Mendonck, zelf zwanger, de leiding in het onderzoek. Haar eerste grote eigen zaak, die haar bovendien de kans biedt om uit de schaduw te treden van Dirk Deleu, haar collega en minnaar. Mendonck bijt zich vast in de zaak. De sporen leiden rechtstreeks naar het Mechelse politiekorps, dat davert op zijn grondvesten. In een pervers labyrint van intriges en corruptie vecht Mendonck voor het behoud van haar onderzoek, voor haar integriteit en die van het hele korps.