In Ontbinding wordt het verhaal verteld van een man die verwonderd terugkijkt op een leven vol liefde, vogels, oude boeken en verlangen. De avond valt, er moet afscheid worden genomen, er breekt een volgende fase aan, die ongetwijfeld weer gulzig zal worden omarmd. Net als in eerdere bundels combineert Gerbrandy op ingenieuze wijze poëzie en proza, terwijl zijn vitale, sonore stijl het onmogelijke evenwicht zoekt tussen uitgeklede zakelijkheid en barokke exuberantie. Kachels walmen, merels ruien, libellen dansen, een monnik gaat voor het laatst op pad en zwemmers laten zich galant groeten. Met een koele beugelfles naast zich ziet de dichter de zon ondergaan. Wie zou niet naast hem willen zitten?