Wanneer een begaafd essayist correspondeert krijg je het beste van twee werelden: persoonlijke ontboezemingen gelardeerd met flitsende beschouwingen. In het geval van Tijs Goldschmidt is het palet dan ook nog zeer rijk en boeiend: antropologie, Darwinisme, gedragsbiologie, ecologie, literatuur, muziek, dans, beeldende kunst, poëzie en veel meer. Elk van deze onderwerpen komt ruim en sprankelend aan bod in deze royale selectie van brieven aan: Henk van Woerden, Menno Wigman, Matthijs van Boxsel, Joyce Roodnat, Jet Bakels, Nico Frijda e.v.a. Onvoldoende liefdesbrieven bevat observaties, overwegingen en omzwervingen van een afgedwaald bioloog met een zuivere pen en een vaak humoristische correspondentiestijl. Fragment: ‘Ben inmiddels weer terug uit de Ardèche. Veel bloemen in bloei, weilanden vol orchideeën – dat zag ik zelfs –, wikke’s, klaver (veel gezoem van hommels) en de berghelllingen knalgeel van de brem. Heerlijk. Frans de Waal heb ik inderdaad meerdere keren horen spreken, altijd de moeite waard. Ik herinner me een prachtige voordracht in Paradiso ter gelegenheid van het verschijnen van zijn boek De aap in ons. Er zaten in de zaal meer vrouwen dan mannen, maar op de eerste twee rijen was de verhouding juist andersom: daar zaten aanmerkelijk meer mannen dan vrouwen. Ik had geen idee wat dat betekende, maar vermoedde toch dat die mannen dichtbij deze belangrijke spreker in de buurt wilden vertoeven. Maar toen kwam de pauze – je kon het boek van De Waal aanschaffen en laten signeren – en begon ik weer te twijfelen. In die rij voor De Waal stonden juist weer meer vrouwen dan mannen. Op een gegeven moment (heel even maar) zelfs zeventien vrouwen en geen enkele man. Gaan mannen niet in de rij staan voor een handtekening (ervaren zij dat als het publiekelijk tonen van een ondergeschikte positie), lezen ze niet, of heeft De Waal, toch een alfaman in chimpanseetermen, voor vrouwen een aantrekkende werking?’