Het woord ‘rechtsstaat’ is niet weg te denken uit het publieke debat. En terecht. Het is de basis voor ons goed samenleven, te vergelijken met de basaltblokken die voor een deel onzichtbaar de dijk en daarmee het achterliggend land beschermen tegen stormen.
In dit boek worden de begrippen ‘recht’ en ‘rechtsstaat’ uitgelegd en in verband gebracht met de ontwikkelingen in Oost-Europa, met de betekenis van de rechtsstaat voor een goed functionerende economie en met het fascisme in verleden én heden. Geert Corstens illustreert deze ontwikkelingen met hoofdstukken over Mussolini en over het thatcherisme. Hij verheldert het begrip ‘onpartijdigheid’ aan de hand van het bekende boek van Ian McEwan over de kinderwet.
De auteur, die zich als hoogleraar in het strafrecht en als strafrechter veel met vergelding heeft beziggehouden, gaat in het voorlaatste hoofdstuk een stap verder: daarin komt vergeving aan de orde. Het slothoofdstuk bevat enkele autobiografische notities over zijn loopbaan als jurist, onder andere als hoogleraar en president van de Hoge Raad.
Geert Corstens was van 1995 tot 2014 lid van de Hoge Raad, waarvan de laatste zes jaar als president. Hij publiceerde eerder onder meer De rechtsstaat moet je leren en, met Reindert Kuiper, De rechter grijpt de macht.
Over De rechtsstaat moet je leren:
‘Het is een fantastisch boek: als natuurkundige zou je willen dat je zo kon schrijven over natuurkunde dat iedereen het snapt en iedereen het belang ervan ziet, nou dat heb je hier met het recht.’
Vincent Icke, hoogleraar Astrofysica, Radio 1
‘Het is iets moeilijker dan Oom Jan leert zijn neefje schaken van Max Euwe. Maar niet veel. Alles wat een staatsburger moet weten, van het recht, de rechter en de rechtsstaat, staat er wel ongeveer in. Enthousiast, toegankelijk, helder en hier en daar ook lekker scherp.’