In Onze vreemden komen mensen kortstondig samen in een trein, een restaurant of op straat. Gesprekken worden zijdelings opgevangen en verkeerd begrepen; een klein kind herkent een ei in een pingpongbal; gemompel blijkt een litanie aan ergernissen in een huwelijk. Davis is virtuoos in het observeren, en in deze verhalen zoomt ze in op ogenschijnlijk toevallige, onbeduidende wrijvingen van het dagelijks leven. Ze weet dat kleine details van een leven eindeloos fascinerend kunnen zijn; het is een kwestie van perspectief, ofwel: de kunst van het kijken.