De mortieraanval van donderdag 7 februari 1991, 10.00 uur 's ochtends op Downing Street 10, waar op dat moment het oorlogskabinet vergaderde, is een tot nu tot onopgeloste zaak. Sean Dillon is beroepsterrorist. Hij heeft voor alles en iedereen gewerkt: de PLO, de ETA, de Rode Brigade en de IRA. Niet uit principiële motieven, maar voor harde dollars. Gedurende zijn twintigjarige carrière heeft hij nog nooit de binnenkant van een gevangenis gezien. Dillon is de beste van allemaal. Maar nu is de maat vol voor de Britse geheime dienst. Dillon moet onschadelijk worden gemaakt. De enige die deze opdracht kan uitvoeren is Martin Brosnan. Hoewel Brosnan het gevaarlijke werk heeft afgezworen, zint hij om persoonlijke redenen op wraak. Dillons dagen lijken geteld...