Bevrijdingsvuur vertelt in de vorm van een dubbelverhaal over het einde van de Tweede Wereldoorlog en over het verloop van de Golfoorlog, januari 1991. Deze tijdstippen zijn keerpunten voor de twee hoofdpersonen in de roman: Benno Goethart senior wacht in de hongerwinter in Vinkeveen op de komst van zijn eerste kind en op de bevrijders; zijn zoon Benno Goethart junior bezoekt in 1991 het kleine dorp aan de Vinkeveense Plassen op zoek naar de houding van zijn vader tijdens de bezetting. Aan de vooravond van het grote con ict in het Midden-Oosten, vijfenveertig jaar na zijn geboorte, vlucht Benno Goethart junior naar de rand van het water. De roman verbindt de grote geschiedenis met de kleine en toont de verstrengeling tussen de buitenen de binnenwereld. De verknoping van 1945 met 1991 leidt tot de ontbranding van het vuur in de titel en de bevrijding van het boek.