Kees pakte mijn hand en stak de naald in de top van mijn wijsvinger. Langzaam perste zich een dikke druppel helrood bloed naar buiten. Het bloed van Kees was bleekrood en leek dunner.Wij hielden onze vingers bij elkaar en ons bloed vermengde zich. 'Nu zijn we voor altijd vrienden,' zei Kees. 'Voor altijd. ''Voor altijd,' herhaalde ik.
Joop begrijpt niet hoe het kan, maar als Kees hem voor het eerst aankijkt, weet hij dat ze vrienden zullen worden. Maar het is oorlog en Joop ontdekt al snel dat weinig dingen voor altijd zijn. Sommige kinderen komen niet meer naar school. De meester geeft geen les meer, want Duitse soldaten hebben het schoolgebouw in beslag genomen. Zelfs thuis is alles anders. Met een onderduiker in huis moet je altijd op je hoede zijn. Als de winter komt, sluipt de honger Joops leven binnen. Gelukkig heeft hij Kees. Maar kan hun vriendschap wel bestaan in een tijd waarin goed en fout op scherp staan?