Eenmaal weggezonden naar een verre buitenpost, kasteel Schreiborg, om zich daar te harden en proefondervindelijk lering op te doen, raken de jonge prins Valentijn en zijn net zo jeugdige jonker Han in groot gevaar als piraten hun tijdelijke woonstede overvallen. Groot is hun ontsteltenis als blijkt dat Margreet en Adelinde, respectievelijk de dochter van hertog Martin van Schreiborg en Bertram van Kars, door de overvallers zijn geschaakt en gevankelijk zijn weggevoerd. Met behulp van admiraal Emus, die op het punt staat zijn carrière te beëindigen, zetten de dappere jongens de achtervolging in. Een schipbreuk, honger, hinderlagen en toverij, gevechten op het scherp van de snede, niets blijft hun bespaard, en het blijft maar de vraag of Valentijn en Han van fataal leed gevrijwaard zullen blijven.