werd in haar nalatenschap een groot aantal schriften
aangetroffen waarin ze gedurende enkele periodes
van haar leven een dagboek had bijgehouden. In 2016
en 2017 verschenen de dagboeken Lenteloos voorjaar en
De wereld waar ik buiten sta, beide bejubeld in de pers.
Dit najaar verschijnt de langverwachte selectie; Lieneke
Frerichs en Nop Maas kozen in 400 pagina’s het beste uit
Lenteloos voorjaar en De wereld waar ik buiten sta.
In haar dagboeken doet Michaelis verslag van haar
ervaringen als gymnasiast, als dienstmeisje en als onderduikster.
Vanaf de eerste dag dat ze haar dagboek
bijhield was er de dreiging van de aanstaande oorlog en
vanaf augustus 1942 zat Hanny Michaelis ondergedoken
bij verschillende orthodox-protestantse gezinnen, onder
een valse naam en steeds in de ondergeschikte positie
van dienstmeisje: een cultuurschok van jewelste. In 1943
worden haar ouders gedeporteerd. Over hun lot blijft ze
jarenlang in het ongewisse, hoewel ze het ergste vreest.
Zij ziet haar jonge jaren voorbijgaan in angst, ongerustheid
en emotionele stilstand. Haar belangrijkste troost
vindt ze in het schrijven; in de gedichten die ze maakt,
maar vooral in haar dagboek.