Als jongen vond Onno Blom in de studeerkamer van zijn vader een kistje vol raadselachtige dingen: foto’s van soldaten bij een houwitser, een briefje met adelaar en hakenkruis, een blauw-wit-oranje armband met BS en een vervalst persoonsbewijs van zijn grootvader.
Onno’s grootvader, Jan Blom, zat tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet. Maar zijn overgrootvader, Johan Blom, zat met zijn vrouw en de andere zeven kinderen bij de NSB. Jan brak met zijn familie en voegde zich vlak voor de hongerwinter bij verzetsgroep De Duif in Friesland. Johan overleed in de zomer van ’45 in kamp Westerbork, waar na de bevrijding collaborateurs werden opgesloten.
Wonderlijk genoeg werden na de oorlog de familiebanden hersteld. Niemand merkte iets aan de Blommen. Over het zwarte verleden werd gezwegen. Samen met zijn vader, de historicus Hans Blom, ging Onno op zoek naar de verborgen geschiedenis die de familie verscheurde.
Door de messcherpe stijl en grote vertelkracht leest Oorlogsduif als een spannende en ontroerende roman. ‘Voor mij is het goed als het waar is,’ zegt Onno’s vader tegen hem, ‘voor jou is het waar als het mooi is.’