Drie thema's staan in de bundel centraal. In de eerste plaats de overgave aan het mysterie - het terugdeinzen, moed verzamelen om door de knieën te durven gaan. Verder zijn er de vriendschaps- en liefdesgedichten, en is er een afzonderlijke reeks over Alexander de Grote, de heerser die zich godgelijk waande. Over dat alles schrijft Otten in een taal die hem eigen is: stevig, muzikaal en soepel, vol eigen woorden en eigenzinnige beelden.