Zuid-Afrika, 1970. Ella kruipt door het gras, heeft geheime holletjes onder de bomen en verstopt zich met haar lappenpop tussen de hortensia's; ze groeit op in een weelderig paradijs. Maar haar vader, een Nederlandse ex-marinier in dienst van de Britten, heeft echter genoeg van de havenstad Durban; hij wil weg van de zee. Zonder het nieuwe huis gezien te hebben, vertrekt het gezin naar het binnenland.
Voorbij is de tijd dat vader en dochter om beurten door de verrekijker turen naar de koopvaardijschepen, tankers en kleurrijke vlaggen uit Ceylon, Singapore en Japan. Ella weet dat hij daar vroeger heeft gevochten, maar hij weigert over zijn diensttijd te vertellen. Wat is er toen gebeurd, dat hem nu zijn rug doet toekeren naar het water?
Ella kan niets anders doen dan haar oor tegen haar slaapkamerraam leggen wanneer haar vader met zijn oude kameraad herinneringen ophaalt, of wanneer hij 's nachts op de veranda zit en naar de verte tiert en scheldt. Waar komt toch die haat vandaan, vraagt Ella zich af, die eeuwige afkeer tegen alles wat met Nederland te maken heeft? Wat hem ook plaagt, het laat zijn sporen na bij het hele gezin. Ella komt maar moeilijk mee op school, lijkt een eeuwig buitenbeentje - maar een roeping heeft ze wel, in het roerige Zuid-Afrika tijdens de apartheid. Al zijn haar opvattingen in eerste instantie slechts olie op het vuur van haar vader.
In Op de veranda vertelt Elleke Boehmer het grootse, aangrijpende verhaal van een dochter die ondanks haar vreedzame idealen genoodzaakt is te vechten. Tegen de vooroordelen van haar klasgenoten en de mensen om haar heen; en tegen haar eigen vader, voor wie haar liefde en onbegrip wedijveren in een klassiek conflict.