Iedere dag tussen vijf uur ’s middags en negen uur ’s avonds is de bar van café-bistro ‘De Wit’ volledig bezet met een bont gezelschap van mensen. Mensen van alle leeftijden, jong en oud, die de gewoonte hebben hun dag daar af te sluiten. Studenten, zakenlui, arbeiders, maar ook mensen zonder baan, levend van een uitkering of zwart werk. Een mengeling van gesprekken aan de bar en velen denken de ander te kennen, maar niets is minder waar. Op een dag overlijd één van de stamgasten bij een ongeval. Vier dagen later pleegt een andere bargast zelfmoord en weer vier dagen later is er een moord. Het begin van een kat- en muisspel. Het begin van een periode van angst, afgunst, beschuldigingen, leugens en bedrog. Wie is de moordenaar? Is het een hij of een zij? Is het één van de bargasten, of iemand van het personeel? Dan komen de anonieme brieven en geheimzinnige voorvallen. Het wordt plotseling een spel, een spel voor iedereen, maar vooral voor de moordenaar. De winnaar mag de moordenaar ontmaskeren en daarmee het bloedvergieten stoppen. Maar, vóór het zover is, áls het zover komt, worden geheimen blootgelegd en brengt iedere dood of moord, de ondergang voor één van de bargasten.