Vanaf het begin van zijn dichterlijke bezigheden hebben het dichten en het vertalen van gedichten bij H.C. ten Berge op elkaar ingewerkt: 'De poëzie is universeel en in alle culturen aanwezig. Haar veelvormigheid en rijkdom wekken verbazing en nodigen uit tot lezen, luisteren en vertalen. Daarbij neemt de liefde voor de taal als zodanig, en die voor de eigen taal in het bijzonder, een niet te onderschatten plaats in. Men zoekt en geeft zowel uitbreiding aan bet bestaande taaleigen als aan de poëzie die al deel uitmaakt van de literatuur in die taal. ( ..) Nu eens wordt uien getroffen door gedichten die een even uitgesproken als krachtige houding in de tijd weerspiegelen, dan weer wordt men meegesleept door de muziek van een (ogenschijnlijk) pure en belangeloze poëzie die, zoals Christopher Middleton zegt, om zichzelfs bestaal. In all gevallen geldt: wie niet meer kan zingen, is verloren.'
Het oeuvre van Hans C. ten Berge bestaat uit dicht bundels novellen, romans, essays en vertalingen. Zijn interesse in archaïsche voorheen schriftloze culturen voerde hem naar Groenland Canada en Mexico. In 1996 werd zijn werk bekroond met de Constantijn Huygensprijs. Zijn recentste roman heet Blauwbaards ontwaken (2003), zijn jongste dichtbundel Het vertrapte mysterie (2004)