Lemaire concentreert zich op een achttal soorten - arend, raaf, zwaan, koekoek, nachtegaal, leeuwerik, kraanvogel en uil - en volgt hun sporen in cultuur en geschiedenis. Maar ook imaginaire en mythische vogels komen aan de orde, evenals verhalen waarin vogels de mensenmaatschappij op een allegorische manier een spiegel voorhouden. Europa staat centraal, maar meerdere malen worden excursies gemaakt naar Azi Amerika en Afrika. Bij enkele vogelsoorten blijkt het mogelijk hun beeldvorming te volgen voor bij de klassieke oudheid, tot diep in de prehistorie.
Met zijn in geografisch en historisch opzicht brede perspectief biedt dit fraai ge ustreerde boek een rijke bloemlezing van voor stellingen met betrekking tot vogels en het biedt daardoor ook een cultuurgeschiedenis 'in vogelvlucht.' Tevens bevet het boek beschouwingen over het contrst tussen een traditionele, archa he cultuur en onze moderne cultuur, en over de mens-dierverhouding in het algemeen.