‘We beginnen met de intake. Wij willen graag van jullie horen wat er aan de hand is, wat er speelt en hoe dat voor jullie voelt.’ Mijn vader keek opzichtig naar het plafond, mijn moeder zat onrustig op haar stoel te draaien. ‘Misschien wil jij beginnen,’ de vrouw wees op mij, ‘jij hebt tenslotte de afspraak gemaakt.’ Het werd doodstil in de kamer. Wilfred zat achterstevoren op zijn stoel en Wicher pulkte iets uit zijn schoenzool. ‘Goed dan,’ zei ik, ‘wij zijn hier omdat het thuis onveilig is.’ Jaren later staan er bij Willeke Stadtman tegen middernacht twee agenten op de stoep. Haar jongste broer is dood, zelfmoord. Nog geen maand later volgt het ongeluk van haar oudste broer. Een dode en een zwaargewonde: het is de voorlopige stand van zaken van een familiegeschiedenis. Ze kan zich niet langer onttrekken aan haar verleden. Ze moet op zoek naar het waarom. Op voet van oorlog gaat over een vader die, getekend door een ongelukkige jeugd, in de oorlog een verkeerde keuze maakt, en een moeder die zich nestelt in de slachtofferrol. Over goed en fout, over schuld en verantwoordelijkheid, over daders en slachtoffers, en over kinderen die een schakel zijn in een tragedie die zich voortsleept door de generaties heen, en niet kunnen worden wie ze werkelijk zijn. Willeke Stadtman beschrijft deze aangrijpende familiegeschiedenis in een beeldende stijl, met een luchtige, soms licht-humoristische pen.