Wormschelpen, waterlopers, zee, golven en meeuwen: het zijn ingrediënten die in het werk van Wim Hofman altijd weer terugkeren. Maar in deze bundel vat hij ook heel andere zaken aan. Eenzaamheid. Twijfel. Liefde.
Niet dat zijn gedichten er minder concreet van worden. Bij Hofman is ook de liefde iets dat je gewoon aan kunt kijken: plotsklaps staat ze daar. En wat doet u dan?
U legt uw mes neer,
U laat het mes het mes.
U laat uw jas, uw hoed vallen,
U laat de jas de jas, de hoed de hoed.
Niet dat zijn gedichten er minder concreet van worden. Bij Hofman is ook de liefde iets dat je gewoon aan kunt kijken: plotsklaps staat ze daar. En wat doet u dan?
U legt uw mes neer,
U laat het mes het mes.
U laat uw jas, uw hoed vallen,
U laat de jas de jas, de hoed de hoed.