Roem heeft één grote droom. Hij wil een wereldberoemde goochelaar worden. Net zoals zijn opa dat was. Roem heeft al veel trucs geleerd, maar de grote trucs houdt opa nog geheim. Daarvoor moet hij minstens twaalf jaar zijn, zegt opa.
Als opa steeds vergeetachtiger wordt, krijgt Roem haast. Ontdekt hij op tijd opa’s goochelgeheimen?