Nog niet eerder zijn de avonturen van de 27 Nederlandse jonge mannen tot in detail beschreven. Op 'hoog verzoek' meldden zij zich begin december 1944 aan als vrijwilliger om in bezet Nederland gevaarlijke opdrachten uit te voeren. Een aantal van hen had in mei 1940 tegen de Duitsers gevochten, anderen hadden in het verzet gezeten of hadden geallieerde eenheden geholpen bij hun opmars. Vanuit het bevrijde deel van Nederland vlogen zij naar Engeland waar zij bij de SAS een cursus parachutespringen kregen en werden onderwezen in vakken als silent-killing en wapen- en springstoffenkennis.
Vijftien militairen slaagden voor de intensieve SAS-opleiding en namen in april 1945 op de Veluwe deel aan SAS-operatie Keystone, die mede tot doel had om Rijkscommissaris Seyss-Inquart dood of levend in te rekenen. Daarna trokken ze met hun SAS-eenheid voor de operatie Archway Noord-Duitsland in, waarbij ze de vijand op de hielen zaten tot Duitsland op 4 mei 1945 in Noordwest-Europa capituleerde.