Kenneth schrok toen hij de sirene hoorde. In zijn spiegel zag hij het blauwe zwaailicht van een politieauto en hij vloekte binnensmonds. Als ze hem nu oppakten, was hij er gloeiend bij: opgevoerde scooter, veel te hoge snelheid, geen helm, een passagier en te veel gedronken op de koop toe. Zijn scooter zou hij kwijt zijn om van de boetes nog niet te spreken. Hij hoefde niet na te denken om een beslissing te nemen en gaf gas bij.
'Wat doe je nou?' schreeuwde Glenn. 'Dat is dus wel politie, hè!'
'Hou je vast!' was alles wat Kenneth terugriep.
Meisjes, drank en razendsnelle scooters: meer heeft Kenneth niet nodig om gelukkig te zijn. Zijn vrijheid gaat boven alles en hij laat zich door niemand de wet dicteren. Tegen tweehonderd per uur raast hij door het leven en niets of niemand kan hem tegenhouden.
Of toch...?
'Wat doe je nou?' schreeuwde Glenn. 'Dat is dus wel politie, hè!'
'Hou je vast!' was alles wat Kenneth terugriep.
Meisjes, drank en razendsnelle scooters: meer heeft Kenneth niet nodig om gelukkig te zijn. Zijn vrijheid gaat boven alles en hij laat zich door niemand de wet dicteren. Tegen tweehonderd per uur raast hij door het leven en niets of niemand kan hem tegenhouden.
Of toch...?