Zowel op de weg als in het veld zijn de Nederlandse dames van wereldklasse. Hoe anders is dat
in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw wanneer een aantal dames de moed verzamelt om op de racefiets te stappen. Ze worden uitgefloten, nageroepen en de pers is bepaald niet enthousiast om het mild te zeggen. Zelfs de K.N.W.U. besteedt geen aandacht aan de ontluikende fietsactiviteiten van de dames. Hoe moeizaam die eerste jaren gaan en hoeveel tegenwerking er is geweest kan de lezer terugvinden in dit boek. Toch laten de pioniersters het er niet bij zitten en komen tot de oprichting van de Nederlandse Dames Wielren Club. Nadat de vereniging koninklijk is goedgekeurd, kan ook de K.N.W.U. niet meer om de dames heen. In 1965 komt er het eerste Nederlandse kampioenschap en wordt kampioene Ineke van IJken afgevaardigd naar het wereldkampioenschap in Spanje. In meerdere plaatsen krijgen de dames ook hun wedstrijd samen met de amateurs, junioren en nieuwelingen. De Nederlandse wedstrijduitslagen in de periode 1964-1969 zijn eveneens in deze bundel opgenomen. In het midden van de jaren zestig verschijnen ook de Zeeuwse zusters Bella en Keetie Hage in het peloton. Die staan hun mannetje met als hoogtepunten driemaal het Nederlands kampioenschap voor Bella (1966, 1967, 1968) en de wereldtitel voor Keetie in het Italiaanse Imola in 1968.
Dit boek is een hommage aan de pioniersters van het eerste uur. Met een aantal van hen is teruggeblikt naar de zestiger jaren.
Teus Korporaal is redacteur van het Belgische wielerblad "Cyclelive Magazine" en is één van de vaste medewerkers van het tweemaal per jaar verschijnende boozine "Helden in de wielersport in Brabant". Hij schreef eerder bij de Nederlandse Sportliteratuur Uitgeverij: Tour de France monumenten (2010), Tour de France in Bretagne (2021) en Vijf jaar wielerploeg Willem ll-Gazelle 1966-1970
in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw wanneer een aantal dames de moed verzamelt om op de racefiets te stappen. Ze worden uitgefloten, nageroepen en de pers is bepaald niet enthousiast om het mild te zeggen. Zelfs de K.N.W.U. besteedt geen aandacht aan de ontluikende fietsactiviteiten van de dames. Hoe moeizaam die eerste jaren gaan en hoeveel tegenwerking er is geweest kan de lezer terugvinden in dit boek. Toch laten de pioniersters het er niet bij zitten en komen tot de oprichting van de Nederlandse Dames Wielren Club. Nadat de vereniging koninklijk is goedgekeurd, kan ook de K.N.W.U. niet meer om de dames heen. In 1965 komt er het eerste Nederlandse kampioenschap en wordt kampioene Ineke van IJken afgevaardigd naar het wereldkampioenschap in Spanje. In meerdere plaatsen krijgen de dames ook hun wedstrijd samen met de amateurs, junioren en nieuwelingen. De Nederlandse wedstrijduitslagen in de periode 1964-1969 zijn eveneens in deze bundel opgenomen. In het midden van de jaren zestig verschijnen ook de Zeeuwse zusters Bella en Keetie Hage in het peloton. Die staan hun mannetje met als hoogtepunten driemaal het Nederlands kampioenschap voor Bella (1966, 1967, 1968) en de wereldtitel voor Keetie in het Italiaanse Imola in 1968.
Dit boek is een hommage aan de pioniersters van het eerste uur. Met een aantal van hen is teruggeblikt naar de zestiger jaren.
Teus Korporaal is redacteur van het Belgische wielerblad "Cyclelive Magazine" en is één van de vaste medewerkers van het tweemaal per jaar verschijnende boozine "Helden in de wielersport in Brabant". Hij schreef eerder bij de Nederlandse Sportliteratuur Uitgeverij: Tour de France monumenten (2010), Tour de France in Bretagne (2021) en Vijf jaar wielerploeg Willem ll-Gazelle 1966-1970