gaan studeren. Al snel kwam hij in contact met bevlogen Egyptenaren
die vochten voor een betere toekomst. Twee jaar later brak de
revolutie uit en stond hij samen met deze vrienden op het Tahrirplein.
Hij zou zes maanden in Caïro blijven. Hij woont er nu nog
steeds.
Wanrooij vertelt uit de eerste hand over de chaotische periode van
geweld en martelingen met talloze slachtoffers. Het leger nam de
macht van Mubarak over, gevolgd door de moslimbroederschap, die
op haar beurt werd afgetroefd door het leger. Vrijheid, voedsel en sociale
rechtvaardigheid de eisen van de revolutie bleven echter uit.
Vanuit de linies van de revolutionairen beschrijft Wanrooij het leven
van een groep geëngageerde jonge Egyptenaren tegen de achtergrond
van de geschiedenis van het land, de rol van religie en de
economische situatie. Hij laat zien hoe de sfeer steeds grimmiger
werd en de situatie in Caïro uiteindelijk volledig ontspoorde.