Ze is naar het kleine dorpje in Ierland gekomen om rust te zoeken na een ongeluk dat haar hele wereld op z'n kop zette. En Gray is allesbehalve rustgevend. Hij is woest aantrekkelijk, woest mysterieus, maar vooral ook simpelweg woest. Op de hele wereld, op het mensdom in het algemeen, en op haar lijkt hij ook niet al te dol. Waarom borrelt dan toch steeds dat onverklaarbare verlangen in haar op elke keer dat ze hem ziet?