Het jaar 1988. Een medewerker van het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking wordt vermoord bij zijn irrigatieproject in het zuiden van Zimbabwe. Ron Cramer, agent van de Inlichtingendienst Buitenland, wordt op pad gestuurd om de moord te onderzoeken. Hij ontdekt dat het project wordt misbruikt voor activiteiten die het daglicht niet kunnen verdragen.
Aan de andere kant van de grens maken Oranjewerkers, een beweging van conservatieve Zuid-Afrikaanse blanken, zich zorgen over hun toekomst. Wat staat hen te wachten als het blanke bewind zijn macht moet overdragen aan de zwarte bevolking? Ze nemen het zekere voor het onzekere en beramen een plan om, onder de vlag van het officiele atoomprogramma van Zuid-Afrika, een bom te maken waarmee ze een blank thuisland willen afdwingen.
1994. De eerste zwarte regering staat op het punt van aantreden. De Oranjebom is klaar, alleen de splijtstof ontbreekt nog. Maar daar heeft het kopstuk van de Oranjewerkers iets op gevonden. In de zinderende ontknoping in een Nederlandse haven lijkt zijn plan te slagen.