In 2017 kwam de vertaling uit van De ondergang van het Avondland van Oswald Spengler. Frits Botermans diepgravende studie is de sleutel tot een van de grote boeken uit de wereldgeschiedenis.
Door de opkomst van de techniek en het kapitaal kwam in het begin van de twintigste eeuw de oude intellectuele elite in de marge terecht. Spengler, onderdeel van die elite, nam een unieke positie in: hij vond dat men juist moest meebewegen met de nieuwe tijd. De consequentie daarvan was volgens hem dat de democratie afgeschaft moest worden en dat een nieuwe elite de macht zou krijgen. Toch verwierp Spengler het nationaalsocialisme, dat hij te 'volks' vond, net als het racisme en het antisemitisme van deze beweging. Boterman nuanceert de vele misverstanden over Spengler. Zonder hem op te hemelen of neer te sabelen schetst hij een fascinerend beeld van een van de grote denkers van de twintigste eeuw.