De Oude Man en meneer Smith zijn zonder meer het meest verrassende paar uit de hedendaagse literatuur! Het zijn niemand minder dan God en de Duivel op werkbezoek op planeet Aarde. Ze hebben de ontwikkelingen in de moderne maatschappij echter niet helemaal kunnen bijbenen, hetgeen beide oude heren in grote problemen brengt.
Na hun arrestatie door de FBI wegens valsemunterij (God kent een trucje om gloednieuwe dollarbiljetten uit de lucht te plukken) en de daaropvolgende ontsnapping, zijn ze de rest van hun onderzoeksmissie op de vlucht voor de autoriteiten.
Hun vlucht is een razendsnelle reis rond de wereld. Ze bezoeken onder meer de Verenigde Staten (waar een 'absurd optimisme' heerst), de Sovjetunie (dat op het punt staat in te storten), een door conflicten verscheurd Israël, Japan (waar efficiency verheven is tot de nieuwe religie) en China (met zijn 'dictatuur van het bejaardenhuis'). En dat is nog maar het begin!
De Oude Man en meneer Smith is een ironische parabel over onze tijd. Ustinov toont ons de wereld, gezien door de scherpe blik van twee onsterfelijken: de beminnelijke Oude Man, vermoeid en vergeetachtig maar zeer bezorgd over zijn Schepping, en meneer Smith, in zijn slechtgehumeurdheid en bekommernis een zeer menselijke duivel. Beiden ontwikkelen onderweg een verrassend wederzijds respect.
Na hun arrestatie door de FBI wegens valsemunterij (God kent een trucje om gloednieuwe dollarbiljetten uit de lucht te plukken) en de daaropvolgende ontsnapping, zijn ze de rest van hun onderzoeksmissie op de vlucht voor de autoriteiten.
Hun vlucht is een razendsnelle reis rond de wereld. Ze bezoeken onder meer de Verenigde Staten (waar een 'absurd optimisme' heerst), de Sovjetunie (dat op het punt staat in te storten), een door conflicten verscheurd Israël, Japan (waar efficiency verheven is tot de nieuwe religie) en China (met zijn 'dictatuur van het bejaardenhuis'). En dat is nog maar het begin!
De Oude Man en meneer Smith is een ironische parabel over onze tijd. Ustinov toont ons de wereld, gezien door de scherpe blik van twee onsterfelijken: de beminnelijke Oude Man, vermoeid en vergeetachtig maar zeer bezorgd over zijn Schepping, en meneer Smith, in zijn slechtgehumeurdheid en bekommernis een zeer menselijke duivel. Beiden ontwikkelen onderweg een verrassend wederzijds respect.