Plouviers poëzie is een grote zoektocht naar de ideale relatie tussen inhoud en vorm: hoe zet de dichter wat hij zeggen wil op papier? Zijn literair credo – vorm is inhoud is vorm – indachtig, zoekt Plouvier op een indringende manier bij elk gedicht de juiste verzen. Wat hij vindt, verschilt van bundel tot bundel. Zo hanteerde hij in zijn poëziedebuut 'Zaailingen' het rijm en bracht hij sonnetten. Gaandeweg evolueerde de dichter naar lossere vormen en verdween het rijm.
In 'Over de dingen' keren de klassiekere structuren, sonnetten incluis, terug, maar steeds is er die beklijvende herkenbaarheid in taal en wereld.