Jonge Raphi ontwikkelt al vroeg bovenmatig gevoelige antennes voor wat in haar omgeving nodig is. Dat wordt, vooral binnen het gezin, de drijfveer voor haar gedrag en handelen. Ze vergeet zichzelf. Wanneer ze zou moeten vluchten, bevriest ze. En op vechten rust een niet uitgesproken, maar wel gevoeld ouderlijk verbod. Zo ontstaat een overlevingsmodus die gaandeweg ongezond zal blijken.
Volwassen Raaph gaat een lange weg van vallen en opstaan. Ruim na haar vijftigste komt ze los van haar ondermijnende ouderloyaliteit. Pas dan kan de antenne zich ontvouwen die onontbeerlijk is voor een waarachtig leven: de kostbare antenne waarop Raaph haar éigen signalen ontvangt. Stap voor stap leert ze daarnaar luisteren en beweegt ze van onveilig gehecht naar verbonden met zichzelf.
Kleine en grote, rauwe en zachte autobiografische vertellingen over cruciale gebeurtenissen groeien samen tot het levensverhaal van Raaph.