‘Valt je hoofd er steeds af?’ vroeg Anton.
‘Ja,’ zei ze lief en zacht, ‘zullen we zo even naar huis gaan om wat in slaap te vallen?’
‘Goed,’ Anton aaide haar over haar hoofd en grijnsde ‘het zit nog wel vast?’ waarop zij haar ogen sloot en gelukzalig zuchtte.
Ze liepen naar het huis van Pablo en Rosa. Er was zoals verwacht niemand thuis. Ze strompelden overdreven vermoeid de trap op naar de slaapkamer. Halverwege de trap zakte Ellen in elkaar.
‘Laat mij hier maar achter...’ zei ze iel.
‘We zijn er bijna lief.’
‘Ik kán niet meer.’
‘Nou tot zo dan.’
Fragment 'De Derde Hond' (p49-50).
Jasper Langedijk (1973) schrijft over jong zijn, volwassen worden en blijven dromen. Maar ook over rollen spelen, doen alsof, en meer willen zijn dan jezelf. Jasper Langedijk is in het dagelijks leven werkzaam als communicatieadviseur en hij woont in Driebergen.