Leigh groeit op in Rotterdam en zwemt vaak in de Maas; de waterkant is een schuilplaats voor haar. Daar ontstaat haar fascinatie voor de onderwaterwereld en ze wordt zeebioloog. Ze stort zich in de onderzoekswereld en steekt weinig tijd in haar familie, terwijl haar moeder dementeert en haar zus smeekt om meer contact.
Wanneer er een mysterieuze geul op de mid-Atlantische oceaanbodem verschijnt, voegt Leigh zich bij het onderzoeksteam. Wat ze daar vindt, zal haar leven voor altijd veranderen. Haar diepzeeontdekking leidt Leigh naar de Mojave-woestijn en een ambitieus nieuw ruimtevaartprogramma. Als ze dieper in het werk van het ruimteagentschap wordt getrokken, ontdekt ze dat de oceaanopening zich op een uitzonderlijke manier verhoudt tot het ruimteprogramma.
Leigh weet dat als ze bij het bureau wil blijven werken, ze haar stervende moeder en haar jongere zus moet achterlaten. Ze staat voor een onmogelijke keuze: bij haar familie blijven of op reis gaan naar een plek ver buiten ons zonnestelsel.