De cultuur in de ruimste zin van het woord vormt het bronnenmateriaal van dit boek: kookboeken, faillissementsinventarissen, prenten, schilderijen en gebrandschilderde ramen. Ook kunst, bijgeloof, de opvoeding van kinderen en de zedenleer in de tijd dat Nederland een supermacht was neemt Schama onder de loep. Hij belicht in zijn boek vertrouwde dingen op ongebruikelijke wijze. Met de beschrijving van het mysterieuze en onwaarschijnlijke geeft hij ons de werkelijke sleutel tot de collectieve persoonlijkheid van de Nederlanders.