Met huishoudster Mercília scharen Beatriz, João, Ana en Francisco zich op paaszondag rond het sterfbed van hun moeder. Afwisselend vertellen ze elk hun levensverhaal, dat met de andere kruist en overlapt. Beatriz heeft twee mislukte huwelijken achter de rug; João, moeders oogappel, is een pedofiel en durft niet uit te komen voor zijn homoseksualiteit; Ana is de slimste maar drugsverslaafd, en Francisco probeert, niet zonder eigen belang, als enige iets te redden van het familiekapitaal. Maar dat blijkt een onmogelijke opgave. Ten slotte neemt ook nog de weggestopte bastaardzoon het woord