De jonge prinses Jahanara is voorbestemd tot een harteloos gearrangeerd huwelijk, maar weet aan haar lot te ontsnappen door zich op te werpen als vertegenwoordiger van het hof in de gesprekken met Isa, de architect van de Taj Mahal. Al snel moet ze laveren tussen de wensen van haar overleden moeder, de rigide rolpatronen opgelegd aan vrouwen, en een verboden liefde.
Met uitzonderlijke moed durft Jahanara tijdens de bouw tegen de onverdraagzaamheid en blindheid van het hof in te gaan. Ze zet alles op alles om het keizerrijk te behoeden voor een burgeroorlog. Als prinses, en als moeder, zus en dochter zal Jahanara haar hart moeten volgen. Pas dan zal ze de ware aard van haar keizerlijke erfenis ontdekken.